dinsdag 20 maart 2012

Exploring Bandar Seri Begawan


We zijn net ingecheckt in een luxe hotel in BSB (Bandar Seri Begawan) de hoofdstad van Brunei. Dit is niet echt meer een backpackers place te noemen;-). De hele dag zijn we onderweg geweest van 7 tot bijna 5 uur….en dan wordt je ontvangen met een moesson regen. Eerst de bus naar Menumbok, toen met een klein speedbootje naar het eiland Pulau Labuan om vervolgens 1e klas naar Brunei te varen. 
Was wel grappig, de terminal op het eiland leek net op die van een vliegveld (met departure hal en douane) alleen stapte je in een boot in plaats van een vliegtuig. Aangekomen in Muara en daar de bus genomen naar BSB.
Die avond heb ik J een verrassingsavond bezorgd. Doordat ik de stad al wat verkend had, wist ik hoe het hier werkte. We zijn wat door de stad gelopen om uiteindelijk bij de boulevard uit te komen. Hier zijn we in een lokale speedboot (water taxi) gestapt en die heeft ons naar Kianggeh Food Court gevaren. Daar hebben we heerlijk gesmikkeld. Met uitzicht op de rivier Sungai Bruei en Kampong Ayer


Dit is het grootste dorp op het water ter wereld. Er wonen meer dan 20.000 mensen verdeeld over 28 deeldorpen. Alle denkbare voorzieningen hebben ze daar: scholen, moskeen, winkels, vuilnisophalen, politie & brandweer en dus ook (water) taxi’s. Op het vaste land zijn daarentegen heel weinig taxi's. Op de circa 400.000 mensen die in Brunei wonen zijn er 47 autotaxi's. Dit is ook niet verwonderlijk omdat de regering auto-aanschaf subsidieert (!). En dat zijn geen milieuvriendelijke. Afgezien dat je hoge boetes krijgt voor het gooien van afval op straat (1e vergrijp B$ 100.000 = 60.000 euro) doen ze niet aan afvalscheiding. Ze wilden m’n oude horlogebatterijtje gewoon bij het vuilnis gooien, nou ik gooi het wel in Nederland weg.   
BSB is trouwens een rustige stad (260.000 inwoners). Het lijkt eerder een dorp dan een hoofdstad. Binnen 1 dag kan je bijna alle hoogtepunten gezien hebben. Verder is het schoon, stil en veel bling-bling. Er blijkt voldoende goud voor handen te zijn in dit oliestaatje. De Omar Ali Saifuddien Moskee is daar een goed voorbeeld van. Kosten nog moeite zijn gespaard. Tapijten uit België, glas uit Engeland, marmer uit Italië, hier komt de architect ook vandaan. Kosten US$ 5 miljoen, maar dan heb je ook wat!
De tweede dag hebben we een tour uit de LP gevolgd, beginnend bij het Royal Regalia Museum, de stoeprand was hier zelfs van graniet. In dit museum staan allemaal voorwerpen gebruikt bij de kroning van de Sultan. Ook staan er veel cadeaus die de Sultan heeft gekregen. Nog meer (nutteloze) bling-bling dingen. In de middag hebben we de watertaxi naar de watervillage genomen. Dit was heel leuk! Ik had een soort krottenwijk op het water verwacht maar niets was minder waar. Er werden zelfs hele moderne woningen gebouwd (op betonnen palen) (of ze hier aan ketensamenwerking doen, weet ik niet). 
Alle huizen zijn verbonden met een netwerk van loopplanken. We hebben hier lekker rond gelopen en van alles gezien toen we op weg waren naar een moskee op het water. De middag lekker afgesloten met een boekje op de boulevard.

Vanochtend zijn we nog naar het Brunei museum gegaan. Volgens de LP was de gas&olie tentoonstelling verassend interessant. Ik vond het meer een promo tentoonstelling van Shell. Met de taxi weer terug naar het hotel, uitgecheckt en nu zitten we in de bus naar Miri (Maleisië). J ligt naast me lekker te slapen terwijl ik mijn blog bijwerk. We zullen ongeveer 4 uur onderweg zijn en dan ligt rustige en ontspannen maar toch interessante Brunei weer achter ons. 

Geen opmerkingen: